Dit medisch protocol is bestemd voor artsen/ medisch specialisten betrokken in de zorg van zwangere vrouwen met
psychiatrische problematiek (eventueel in voorgeschiedenis) en de pasgeborene en beschrijft de stand van zaken in
beleid rondom zwangerschap, lactatie en psychofarmaca.
De William Schrikker Groep heeft samen met het FAS-project een e-learning ontwikkeld. Deze duurt ongeveer een uur en bevat een groot aantal feiten, foto’s, filmpjes en aandachtspunten. Je bestelt de e-module door een mail te sturen naar opleidingen@wsg.nu.
Mondriaan GGZ heeft een e-learning ontwikkeld speciaal voor verloskundigen. Centraal in deze e-learning staat het gesprek met de zwangere vrouw. Hoe zorg je ervoor dat de vertrouwensband in stand blijft en dat de toekomstige moeder eerlijk is over eventueel gebruik? Motiverende gespreksvoering kan daarbij heel goed helpen.
n pREGnant verzamelen we informatie van zwangere vrouwen om de kennis over geneesmiddelengebruik tijdens de zwangerschap te vergroten. Door gegevens te vergelijken van veel vrouwen die juist wel of geen geneesmiddelen gebruiken, krijgen we waardevolle informatie over medicijngebruik tijdens de zwangerschap. Lees meer >
pREGnant heeft per 1-1-2021 een doorstart gemaakt als Moeders van Morgen. Heb jij je vóór 31-12-2020 aangemeld voor pREGnant? Dan verandert er voor jou niks en kun je je vragenlijsten binnen deze omgeving afronden. Je hoeft dus niks te doen. Doe je nog niet mee aan pREGnant en wil je je aanmelden als deelneemster? Dit kun je doen op onze nieuwe website: www.moedersvanmorgen.nl.
.
Deze richtlijn maakt deel uit van een serie multidisciplinaire richtlijnen over het gebruik van psychofarmaca tijdens de zwangerschap en/of de lactatie. Naast deze richtlijn maken ook richtlijnen over SSRI’s (gepubliceerd in 2012), (overige) anti-depressiva, stemmingsstabilisatoren en anti-psychotica van deze serie deel uit.
Aanleiding voor het maken van deze richtlijn
Benzodiazepinen zijn veel gebruikte en frequent voorgeschreven psychofarmaca, ook tijdens de zwangerschap. Zij behoren tot de psychofarmaca die al lang op de markt zijn en worden van oudsher vooral gebruikt als slaap- en kalmeringsmiddel. De belangrijkste effecten van benzodiazepinen zijn sedering, slaapinductie, anxiolyse, spierverslapping en het terugdringen van convulsies. Elk benzodiazepine brengt in meer of mindere mate al deze effecten teweeg. Gezien de kans op afhankelijkheid en verslaving worden benzodiazepinen bij voorkeur niet
langdurig voorgeschreven.
GEBRUIK VAN SSRI-MEDICATIE VOOR EN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN IN HET
KRAAMBED
Uw huisarts of psychiater heeft u een SSRI voorgeschreven. SSRI staat voor selectieve serotonine heropname-remmer. Er zijn verschillende soorten SSRI´s. Deze medicijnen worden onder andere gebruikt bij de behandeling van depressies, paniekaanvallen, sociale angststoornissen, diverse soorten fobieën, dwangstoornissen en posttraumatische stressstoornis.
Deze voorlichtingsbrochure geeft informatie over de mogelijke risico’s en gevolgen voor moeder en kind van het gebruik van SSRI-medicatie bij een zwangerschap.
Deze richtlijn maakt deel uit van een serie multidisciplinaire richtlijnen over het gebruik van psychofarmaca tijdens de zwangerschap en/of de lactatie. Naast deze richtlijn maken ook richtlijnen over benzodiazepines, (overige) anti-depressiva en anti-psychotica van deze serie deel uit.
Aanleiding voor het maken van deze richtlijn
De levenslange prevalentie van depressieve klachten en angstgevoelens in Nederland gemeten in de NEMESIS-studie is respectievelijk 20,2% en 19,6%. Tussen 1996 en 2009 trad geen verandering in deze prevalenties op (De Graaf, 2011). Depressie en angststoornissen komen bij vrouwen bijna tweemaal vaker voor dan bij mannen. In totaal maakt bijna de helft van de vrouwelijke bevolking ooit een periode van depressie en/of angststoornissen door. Deze stoornissen worden vaak medicamenteus behandeld waarbij in toenemende mate gebruik wordt gemaakt van selectieve serotonine-heropname remmers, die over het algemeen worden aangeduid met de Engelse afkorting voor deze medicatie, SSRI’s (Selective Serotonin Reuptake Inhibitor). De voorkeur voor deze middelen is vooral gelegen
in de geringere kans op bijwerkingen.
Het primaire indicatiegebied voor het voorschrijven van SSRI’s betreft klinisch relevante angsten/of depressieve klachten. Voor het stellen van de diagnose angst- en/of depressieve stoornis volgens de DSM-IV classificatie zijn de ernst en de hoeveelheid van de symptomen, de duur en de beperkingen die deze symptomen in het dagelijkse leven geven medebepalend voor het voorschrijven van medicatie.
Het gebruik van SSRI’s is ook sterk toegenomen bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Een stijging die gelijk opgaat met de stijging van het gebruik van SSRI’s in de hele bevolking. Op dit moment gebruikt naar schatting bijna 2-3 % van alle zwangere vrouwen in Nederland antidepressiva, voornamelijk SSRI’s (Ververs, 2006; Bakker, 2008). Wanneer tijdens het gebruik van SSRI’s een zwangerschap optreedt of als het voorschrijven van SSRI’s noodzakelijk is tijdens zwangerschap
en/of kraambed, is er bij patiënten en zorgverleners behoefte aan informatie over het gebruik van deze medicatie en de effecten ervan op moeder en kind. Hoewel veel zorginstellingen met eigen protocollen werken ontbrak het in Nederland aan eenduidige informatie, adviezen en aanbevelingen over dit onderwerp. Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) is deze richtlijn ‘SSRI-gebruik tijdens de zwangerschap en de lactatie’ opgesteld door een werkgroep bestaande uit leden van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de NVOG. De richtlijn voorziet in de meest recente evidence-based informatie m.b.t. de invloed van SSRI’s op de zwangerschap en op het kind.
Als bij een zwangere vrouw een beslissing over het instellen, continueren of beëindigen van een behandeling met een antipsychoticum moet worden genomen, dient een afweging te worden gemaakt tussen het mogelijke risico op een aangeboren afwijking bij de pasgeborene door geneesmiddelengebruik en de eventueel negatieve gevolgen van een onbehandelde psychose tijdens de zwangerschap. Er zijn slechts beperkte gegevens over de teratogene effecten van antipsychotica beschikbaar (Gebu 2011; 45: 37-43).
De TIS is het kenniscentrum op het gebied van de mogelijke effecten van geneesmiddelengebruik en andere blootstellingen op de zwangerschap, het ongeboren kind en de lactatieperiode.
De TIS zorgt voor toegankelijke, onafhankelijke informatie voor zowel zorgverleners als patiënten. Deze informatie is gebaseerd op de meest recente inzichten.
Daarnaast draagt de TIS bij aan vergroting van de kennis over mogelijke effecten van geneesmiddelengebruik tijdens de zwangerschap en borstvoeding door het doen van onderzoek.
Klik hier voor informatie over geneesmiddelen tijdens de zwangerschap en bij borstvoeding
De zorg voor een GHB-verslaafde zwangere; tussen droom en daad.
Bij kinderwens is het altijd verstandig om samen met de psychiatrische behandelaar, huisarts of eventueel betrokken gynaecoloog afwegingen te maken over het voortzetten of eventueel wijzigen van de medicatie. Zwangerschap en vooral de kraambedperiode zijn risicovol voor vrouwen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Daarom wordt na individuele afweging vaak besloten om wel medicatie te blijven gebruiken. In de zwangerschap zal de verloskundige behandelaar, in samenspraak met de psychiater, voorstellen doen voor de plaats van bevalling en kraambed en het geven van borstvoeding. Als vanwege het medicijngebruik een kortdurende observatie van de pasgeborene wordt geadviseerd, blijft de moeder in principe ook in het ziekenhuis totdat moeder en kind samen naar huis kunnen.