Depressie (vader)

Postnatale of postpartum depressie bij mannen

Het is goed dat er steeds meer aandacht komt voor het herkennen en behandelen van postnatale of postpartum depressie bij moeders, maar (helaas) ook vaders kunnen depressief worden tijdens of na de zwangerschap van hun partner.

Hoe vaak komt het voor

Uit steeds meer onderzoek komt naar voren dat wereldwijd 5 tot 10% van de mannen een depressie krijgt of heeft rondom de geboorte van een kind. Depressie bij mannen piekt in de derde tot negende maand na de bevalling. Het is (nog) niet onderzocht hoe dit komt.

Verschijnselen

Voor de diagnose depressie bij mannen worden in principe dezelfde kenmerken aangehouden als voor vrouwen (zie kopje: post partum depressie bij ziektebeelden).

In de praktijk blijkt dat een depressie bij mannen zich toch vaak anders uit dan bij vrouwen. Mannen geven bijvoorbeeld minder snel aan dat zij somber of verdrietig zijn, maar merken het eerder aan dat zij zich gefrustreerd, boos of prikkelbaar voelen of dat zij zich ‘niet lekker in hun vel voelen zitten’. Ook zijn mannen, meer dan vrouwen, geneigd om negatieve gevoelens te relativeren of weg te maken door te vluchten in werk, sport of middelengebruik (alcohol of drugs). Tot slot is er relatief weinig aandacht voor de (aanstaande) vader tijdens en na de zwangerschap, omdat de zorg traditioneel meer gericht is op moeder en kind. Hierdoor wordt depressie, die de (aanstaande) vaders vaak zelf niet goed herkennen ook minder snel herkend door de hulpverleners.

Oorzaak

Net als bij vrouwen, is er bij mannen in het ontstaan van depressieve klachten tijdens en na de zwangerschap, meestal sprake van een combinatie van lichamelijke, psychische en sociale factoren. Daarom is het bij depressieve klachten belangrijk om breder te kijken bij het in kaart brengen van mogelijke oorzaken.

Een aantal bekende risicofactoren specifiek bij (aanstaande) vaders zijn:

  • Depressieve klachten in het verleden
  • Angstklachten in het heden of verleden
  • Slaapproblemen
  • Een depressie van de partner (dit kan een tot 8 keer verhoogd risico geven bij mannen!)
  • Relatieproblemen en/of verminderde steun door de partner
  • Tijdens de zwangerschap slecht voorbereid zijn op veranderingen in de (seksuele) relatie met partner
  • Scheiding van de partner en het kind
  • Stress gerelateerd aan werk of financiën
  • Weinig zelfvertrouwen hebben (in de rol van vader)
  • Negatieve verwachtingen over het vaderschap of over (de ontwikkeling van) het kind
  • Drugs- en alcoholmisbruik

Behandeling

De behandeling van een depressie van (aanstaande) vaders verschilt in principe niet van die van (aanstaande) moeders (zie kopje post partum depressie bij ziektebeelden).

Uit onderzoek blijkt dat vaders minder geneigd zijn om voor zichzelf sociale steun en professionele hulp te zoeken. Ze vinden het vooral belangrijk dat het goed gaat met hun vrouw en kind. Het nadeel hiervan is dat (aanstaande) vaders met een depressie soms te lang alleen blijven rondlopen met kun klachten en daardoor mogelijk in een negatieve spiraal terecht komen, waardoor zij steeds verder in de problemen komen. Depressie van de vader geeft ook een sterk verhoogde kans op een depressie bij de moeder en heeft ook een negatieve invloed op de emoties en het gedrag van hun kinderen. Het is daarom belangrijk dat vaders hun klachten serieus nemen en steun of hulp zoeken bij iemand die zij vertrouwen. Ook vaders kunnen de zelftest [link] doen om voor zichzelf na te gaan of hulp nodig is. Een laagdrempelige stap is een gesprek bij de huisarts. Ook is het mogelijk een online-behandeling (eHealth) te volgen. Op de site van de depressievereniging [link: https://www.depressievereniging.nl/preventie-en-terugvalpreventie/e-health/] staat hierover uitgebreide informatie.

Oprichting van online Community in tijden van Corona

“In deze periode waarin sociale contacten beperkt zijn, is de kans klein dat je als zwangere contact met andere zwangeren kunt hebben om ervaringen en vragen uit te wisselen. Daarnaast kan de oorzaak, namelijk de aanwezigheid van het Covid-19 virus zelf, zorgen voor meer spanningen en onzekerheid. Dit zijn risicofactoren voor stress. Wanneer dit langer aanwezig blijft, kan dit aantoonbaar negatieve gevolgen voor de (on) geboren baby hebben.
De gezamenlijke zorgverleners in de geboortezorg hebben een nieuwe manier van zorg opgezet, namelijk een online Community. Het doel hiervan is juiste informatie geven door de zorgverleners. Ook kunnen zwangeren en partners ervaringen en tips uitwisselen. Psychische ondersteuning geeft tools om spanningen en angst te reduceren. Door deze gesprekken kan er saamhorigheid en verbinding ontstaan in deze groep.”
Voor meer informatie verwijzen we naar de volgende websites uit de diverse regio’s waar deze community is opgezet:
https://psychezwangerschap.nl/corona/ in de regio Amsterdam
https://verlosdenbosch.nl/online-community in de regio ‘s-Hertogenbosch
https://www.imhnederland.nl/corona-IMH-adviesteam/  in de regio Twente

E-learning alcoholgebruik en FAS

De William Schrikker Groep heeft samen met het FAS-project een e-learning ontwikkeld. Deze duurt ongeveer een uur en bevat een groot aantal feiten, foto’s, filmpjes en aandachtspunten. Je bestelt de e-module door een mail te sturen naar opleidingen@wsg.nu.

Mondriaan GGZ heeft een e-learning ontwikkeld speciaal voor verloskundigen. Centraal in deze e-learning staat het gesprek met de zwangere vrouw. Hoe zorg je ervoor dat de vertrouwensband in stand blijft en dat de toekomstige moeder eerlijk is over eventueel gebruik? Motiverende gespreksvoering kan daarbij heel goed helpen.

Tokophobia

Tokophobia.
Tokophobia betekent “vrees voor de bevalling” en kan gezien worden als een psychische stoornis. In het Grieks betekent tokos “geboorte” en phobos betekent “vrees”. Tokophobia kan zich o.a. manifesteren in nachtmerries over de geboorte, zich niet kunnen concentreren tijdens het werk of het niet kunnen functioneren in het dagelijks leven.

GHB-verslaving en POP-poli

De zorg voor een GHB-verslaafde zwangere; tussen droom en daad.

Screening psychopathologie

Minisymposium, ‘Screening psychopathologie tijdens de zwangerschap’

Op 17 maart 2011 werd een minisymposium ‘screening psychopathologie tijdens de zwangerschap’ gehouden. Naar aanleiding van een uitgevoerde pilotstudie met het GyPsy screen-en-treat instrument organiseerden medewerkers van de vakgroepen psychiatrie en verloskunde – gynaecologie een eendaagse uitwisseling van ervaringen omtrent het gebruik van dit instrument. Een ZonMw netwerksubsidie werd aangevraagd en verkregen.


Aanwezig waren vertegenwoordigers van het Erasmus Medisch Centrum (Rotterdam), verloskundigenpraktijken Rotterdam Oost, Rotterdam West en Barendrecht, het Gelre ziekenhuis (Apeldoorn), het Amphia ziekenhuis (Breda). Er vond zowel verslaglegging als meningvorming plaats, over het instrument als zodanig en over de toekomstige toepassingen in de perinatale zorg.

PTSS door bevalling; verhaal van een vader

Post traumatische stress stoornis opgelopen door bevalling- verhaal van een vader

Onze dochter was 7 maanden oud toen we zwanger raakten van onze tweede. Na een redelijk goede zwangerschap diende de bevalling zich aan. Er sprake van zwangerschapssuiker waardoor het kind groot zou zijn. Tijdens de bevalling zaten de schouders van onze zoon vast, waardoor een zeer nijpende situatie ontstond. Er waren nog slechts een paar minuten om hem uit zijn benarde positie te bevrijden voordat hij er mogelijk aan zou overlijden.  Ook mijn vrouw liep gevaar. De paniek was in de ogen van de artsen te lezen. De handelingen die de artsen bij onze zoon verrichten om hem los te krijgen, waren voor mij afschuwelijk om te zien.  Ik was echt bang om hem te verliezen. Gelukkig is hij op tijd geboren en bleek hij een gezonde baby te zijn.

Die nacht ben ik bij mijn vrouw en zoon in het ziekenhuis blijven slapen. Deze nacht kreeg ik voor het eerst nachtmerries, die voornamelijk over mijn gezin gingen.

De nachtmerries bleven aanhouden en ik reageerde erg sterk op mijn zoontje. Zodra hij zuchtte in zijn slaap, zat ik klaar wakker in mijn bed. Wanneer ik hem in mijn handen had, brak het zweet me uit. Thuisgekomen hield dit aan. Het leek alsof het steeds erger werd. Doordat ik s nachts weinig sliep, was ik continue moe en prikkelbaar. In de eerste periode sliep onze zoon bij ons in de slaapkamer. Ik ben in de logeerkamer gaan slapen zodat ik wat minder op hem reageerde. Overdag probeerde ik zoveel mogelijk te slapen. Maar ook dan kreeg ik vreselijke nachtmerries.

Onze zoon had last van reflux (spugen) en een koemelkallergie waardoor hij zeer slecht sliep en nachten wakker was. Ik was niet in staat op dat moment voor hem te zorgen. Dit deed mijn vrouw, waardoor zij ook ontzettend moe was.  Door de vermoeidheid van ons beide en mijn prikkelbaarheid namen de spanningen en irritaties tussen mij en mijn vrouw toe. Op mijn werk functioneerde ik ook niet naar behoren doordat ik me slecht kon concentreren. De hoop bleef dat de nachtmerries weg zouden gaan maar dit was niet het geval.

Daarbij kon ik ook niet over de bevalling praten. Er aan denken was al erg pijnlijk. Bij de nacontrole van mijn vrouw, 8 weken na de bevalling, werd gevraagd hoe we de bevalling hadden ervaren omdat het een erg heftige bevalling was geweest. Mijn vrouw gaf aan dat ik de bevalling nog geen plek had gegeven en dat ik nachtmerries had. De gynaecoloog opperde dat ik mogelijk PTSS zou hebben en dat ik hiervoor hulp kon krijgen van een klinisch psycholoog als ik dat wilde. Bij de intake van de psycholoog bleek dit inderdaad zo te zijn. Zij is gestart met EMDR therapie. Beetje bij beetje ging het beter.

Na ongeveer 6 maanden ben ik weer in mijn eigen bed gaan slapen, naast mijn vrouw. De nachtmerries en mijn prikkelbaarheid zijn voorbij. Praten over de bevalling gaat tevens veel beter. Ik kan prima voor mijn beide kinderen zorgen. De EMDR behandeling is afgerond en ik voel me weer redelijk de oude. Voor de bevalling van onze zoon, sliep ik altijd erg vast. Ondanks dat het momenteel goed gaat, slaap ik nog steeds erg licht en word ik snel wakker. Er is weinig informatie te vinden over mannen die tijdens de bevalling PTSS hebben opgelopen, vandaar dat ik graag mijn ervaring met anderen wil delen.

Ben

Gevolgen van een psychiatrische ziekte

Wat zijn de gevolgen van een psychiatrische ziekte van de moeder voor het kind?

Kinderen van ouders met psychiatrische stoornissen hebben zelf een verhoogde kans op het krijgen van psychische problemen. Voor een deel heeft dit te maken met een kwetsbaarheid, die via de genen wordt doorgegeven aan het kind. Ook als de moeder veel stress ervaart tijdens de zwangerschap kan dit de ontwikkeling van het kind ongunstig beïnvloeden. Mogelijk heeft dit te maken met de rechtstreekse beïnvloeding van het stresssysteem van het kind door verhoogde hoeveelheden stresshormoon van de moeder. Na de geboorte is vooral de manier waarop ouders met hun kind omgaan bepalend in de ontwikkeling van het jonge kind. Als ouders zelf ernstige psychische problemen hebben, bestaat het risico dat zij hun emoties en gedrag onvoldoende afstemmen op de behoeften van hun kind. Hierdoor kunnen emotionele en gedragsproblemen bij het kind ontstaan of verergeren. Ongunstige omgevingsfactoren kunnen ook van negatieve invloed zijn op de ontwikkeling van het kind. Dit zijn vaak dezelfde ongunstige factoren als die bij de ouders psychische klachten kunnen geven, zoals: relatieproblemen, armoede, slechte huisvesting, geluidsoverlast en andere stress veroorzakende problemen. Het is zeker niet zo dat ouders met ernstige psychische problemen altijd kinderen met problemen krijgen. Wel is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de risicofactoren en om zo snel mogelijk hulp te starten als er problemen optreden.

 

Bron: In gesprek over: Psychiatrie rond zwangerschap en bevalling, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2009 (te downloaden via www.nvvp.net -> producten -> folders).

Stoornissen voorkomen?

Kunnen psychiatrische stoornissen rond zwangerschap en bevalling worden voorkomen?


Om te beginnen is het een misverstand om te denken dat zwangerschap beschermt tegen psychische klachten. Vrouwen die bekend zijn met een psychiatrische stoornis en zwanger willen worden, doen er goed aan al voordat zij zwanger worden advies te vragen, ook als zij op dat moment geen klachten hebben. Ook het blijven gebruiken, overschakelen of starten van psychiatrische medicijnen dient het liefst vóór de zwangerschap besproken te worden. Tijdens een adviesgesprek ligt de nadruk op voorlichting en het afwegen van risico’s voor zowel de moeder als het komende kind. Hierbij zal bij iedere vrouw een persoonlijke afweging gemaakt moeten worden.
Vanzelfsprekend dient hierbij ook de aanstaande vader betrokken te worden. Intensief contact tijdens en na de zwangerschap, inclusief het maken van een geboorteplan, kan het risico van verergeren of opnieuw optreden van een bestaande psychiatrische stoornis sterk doen afnemen. In een geboorteplan wordt beschreven wat voor afspraken er gemaakt worden rond de bevalling (denk hierbij ook aan pijnstilling en de maximale duur van de bevalling), hoe de eerste symptomen van de psychiatrische stoornis te herkennen zijn en hoe er gehandeld gaat worden bij het optreden van symptomen.
Bij eerder doorgemaakte ernstige psychiatrische stoornissen na de bevalling kan een klinisch kraambed op de afdeling verloskunde aan te bevelen zijn. Gedurende het kraambed kunnen zowel de psychiatrische symptomen van de moeder als de omgang met haar kind intensief gevolgd worden.

 

Bron: In gesprek over: Psychiatrie rond zwangerschap en bevalling, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2009 (te downloaden via www.nvvp.net -> producten -> folders).

Oorzaken van klachten

Wat zijn de oorzaken van psychische klachten tijdens de zwangerschap en na de bevalling?


Voor alle psychiatrische stoornissen rondom zwangerschap en bevalling gelden in principe dezelfde oorzaken als daarbuiten. Hiervoor wordt verwezen naar andere websites, zoals www.psychowijzer.nl.
Meestal is er sprake van een combinatie van lichamelijke, psychologische en sociale factoren. Hierbij valt te denken aan: het optreden van stressvolle gebeurtenissen zoals complicaties tijdens de zwangerschap en bevalling, gebrek aan steun uit de omgeving, relatieproblemen, maatschappelijke problemen zoals werkloosheid, slechte huisvesting en armoede en een ongewenste of ongeplande zwangerschap. De allergrootste risicofactor voor het optreden van een psychiatrische stoornis tijdens de zwangerschap of na de bevalling is een eerder doorgemaakte psychiatrische stoornis. Dat betekent dat er dus in algemene zin, een zekere kwetsbaarheid bestaat voor het krijgen van een psychiatrische stoornis.
Bepaalde karaktereigenschappen, zoals bijvoorbeeld perfectionisme en controle behoefte, kunnen ook een rol spelen. Voor de kraamtranen en de postpartum psychose geldt dat deze waarschijnlijk sterk lichamelijk/biologisch bepaald zijn. Er is daar een minder duidelijke relatie met psychologische en sociale factoren.
Vrouwen met een bipolaire stoornis (manisch depressieve stoornis) (zie voor meer informatie: www.plusminus.nl of www.kenniscentrumbipolairestoornissen.nl) of een eerste graad familielid met een manisch-depressieve stoornis hebben een verhoogde kans om na de bevalling psychotisch te worden. Een vrouw die al een keer een postpartum psychose heeft gehad, loopt bij een volgende zwangerschap een sterk verhoogd risico zodat geadviseerd wordt zich hiervoor preventief (dus voordat er klachten optreden) te laten behandelen. Intensieve begeleiding in de zwangerschap en rond de bevalling wordt geadviseerd.
Bij de postpartum depressie is er een relatie gevonden met schildklierproblemen. Daarom is het belangrijk om bij psychische klachten na de bevalling eerst lichamelijke oorzaken uit te laten sluiten.
Hoewel het voor de hand ligt om te denken, is er tot nu toe geen rechtstreeks verband aangetoond tussen hormonale veranderingen die tijdens de zwangerschap en in het kraambed optreden en het ontstaan van psychiatrische stoornissen.

Bron: In gesprek over: Psychiatrie rond zwangerschap en bevalling, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2009 (te downloaden via www.nvvp.net -> producten -> folders).

Kan ik zwanger worden met medicijnen?

Als u medicijnen gebruikt en zwanger wilt worden, is het verstandig om dit van te voren met uw behandelaar te bespreken. Meestal kunt u de medicijnen die u al gebruikt blijven gebruiken, maar soms is het beter om over te stappen naar een ander medicijn.
Soms willen vrouwen zelf proberen te stoppen met medicijnen voordat ze zwanger worden. Het is dan goed om uit te zoeken, waarom u de medicijnen wilt stoppen want vaak spelen hierbij overwegingen die niet helemaal terecht zijn (zie ook: Wel of geen medicijnen tijdens de zwangerschap of bij borstvoeding?).
Zelfs als u ervan overtuigd bent dat u wilt stoppen met medicijnen is het belangrijk dit eerst met uw behandelaar te bespreken, zodat er goed gekeken kan worden wat de beste manier is om te stoppen en of er nog andere mogelijkheden zijn om u te ondersteunen of behandelen zonder medicijnen. U moet zich daarbij wel realiseren dat de kans dat u weer psychische klachten krijgt en toch weer medicijnen zult moeten gaan gebruiken, in sommige gevallen groot kan zijn. Het is daarom verstandig om met uw behandelaar van te voren af te spreken wat u gaat doen als de psychische klachten toch terugkomen en waar u deze aan herkent.

Wel of geen medicijnen tijdens de zwangerschap of bij borstvoeding?

Medicijnen kunnen via de moederkoek of via borstvoeding doorgegeven worden aan het kindje.
De meeste vrouwen die zwanger zijn of net een kind hebben gekregen, zullen er daarom in eerste instantie niet voor kiezen om medicijnen te gaan gebruiken. Zij zijn dan bang dat zij hun kindje hiermee beschadigen.
Aan de ene kant is het begrijpelijk dat zwangere of pas bevallen vrouwen liever geen medicijnen willen, omdat het inderdaad niet met zekerheid te zeggen is dat medicijnen géén schade veroorzaken bij het kindje. Aan de andere kant is uit onderzoek ook bekend dat als het niet goed gaat met de moeder, het kindje ook een grotere kans heeft om zich minder goed te ontwikkelen. Dit geldt voor tijdens de zwangerschap, waarbij de stresshormonen van de moeder via de moederkoek het kindje kunnen bereiken en daarmee het stresssysteem van het kindje ongunstig kunnen beïnvloeden. Dit geldt ook voor ná de bevalling, als de moeder door haar eigen problemen, emotioneel of in de praktische zorg minder beschikbaar is voor het kindje.
In sommige gevallen kan het dus toch beter zijn dat de (aanstaande) moeder wél medicijnen gaat gebruiken. Er komt steeds meer onderzoek over medicijngebruik rondom de zwangerschap, waarbij het ook steeds beter mogelijk wordt om vrouwen goed te adviseren over de voor- en nadelen van bepaalde medicijnen. Als er na gezamenlijk overleg wordt besloten dat het beter is om medicatie te gaan gebruiken, is het tegenwoordig ook steeds beter bekend waar op gelet moet worden, zodat eventuele problemen bij het kindje op tijd worden ontdekt.
Het is dus zeker zo dat het soms beter is om wel medicijnen te gebruiken!

Wanneer moet ik professionele hulp zoeken?

De meeste mensen voelen zich af en toe somber, onzeker of angstig. Meestal gaan deze klachten vanzelf over. Als deze klachten langer duren en het dagelijkse functioneren sterk beperken (zoals in het werk, het huishouden of gezinsleven), is er mogelijk sprake van een psychiatrische ziekte.
Als u wilt weten of u momenteel in aanmerking komt voor professionele hulp, dan kunt u de zelftest doen op deze website.
Als u eerder behandeld bent geweest voor een psychiatrische ziekte en u heeft momenteel geen klachten, dan is het toch verstandig om weer contact te zoeken met uw vorige behandelaar of u te richten tot een instelling die gespecialiseerd is in psychiatrie en zwangerschap (zie: behandelcentra). In sommige gevallen is de kans dermate groot dat u weer psychische klachten krijgt, dat het verstandig is om hier van te voren een plan voor te maken (zie ook: Kunnen psychiatrische stoornissen rond zwangerschap en bevalling worden voorkomen?).

Normale angst

De meeste vrouwen zien wel op tegen de bevalling en maken zich ook wel enige zorgen over de gezondheid van hun kind. Uit onderzoek is gebleken dat er drie soorten angst voorkomen die speciaal gerelateerd zijn aan de zwangerschap. Dit zijn: angst voor de bevalling, angst voor het krijgen van een gehandicapt kind en angst voor het veranderen van het uiterlijk. Na de bevalling worden vrouwen soms opeens overvallen door beangstigende en dwangmatige gedachten dat zij hun kindje iets aan zullen doen of dat het opeens dood zal gaan. Ook dit is een vrij normaal verschijnsel.
Pas als de bovenstaande angsten en gedachtes voortdurend aanwezig zijn en de (aanstaande) moeder en/of haar omgeving er echt onder gaat lijden, kan het verstandig zijn om hier hulp bij te zoeken. Dit is meestal het geval als moeders niet meer in staat zijn om hun dagelijkse bezigheden te vervullen, door de beangstigende gedachtes nauwelijks nog kunnen slapen of als er veel spanningen komen in de relatie.

Zwanger en verslaafd?

Lees onderstaand artikel.

Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen

(Dutch Foundation for Bipolar Disorders)

Het Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen stelt zich tot doel om in Nederland de zorg voor mensen met een bipolaire (manisch-depressieve) stemmingsstoornis te verbeteren, en de meest actuele kennis over deze aandoening te vergaren, te ontwikkelen en te verspreiden.

Wat doet het Kenniscentrum?

Het Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen bundelt de in ons land aanwezige expertise van gespecialiseerde professionals, patiënten en naastbetrokkenen. Het vormt zo een hecht netwerk waarin academische en psychiatrische centra en de patiëntenvereniging met elkaar bouwen aan de kwaliteit van diagnostiek en behandeling.

www.kenniscentrumbipolairestoornissen.nl

Stichting Babywerk

Stichting Babywerk zet zich in om de psychische gezondheid van baby’s te bevorderen.

Baby’s dienen de zorg en aandacht te krijgen die maakt dat zij hun potentieel, zowel in emotioneel, creatief, cognitief als in sociaal opzicht, kunnen ontwikkelen. Op deze manier wordt een rijke basis gelegd voor de verdere ontwikkeling van stevige, gezonde personen. Hierbij heeft de diversiteit in de achtergrond van vele Nederlandse en Vlaamse gezinnen onze speciale aandacht.

Haar doel wil Babywerk primair bereiken door deskundigen (de ’babywerkers’) te ondersteunen en kennis over baby’s beschikbaar te stellen binnen de organisaties en werkvelden waar zij actief zijn. Professionals in verschillende werkvelden zijn vaak weinig op de hoogte van elkaars werkwijze, opleiding, achtergrond en kennis. Babywerk biedt een platform waar zij elkaar kunnen ontmoeten, en hun kennis en inzichten kunnen delen. Afgestemde zorg helpt ouders hun baby beter te begeleiden. Werk je met baby’s en hun ouders? Dan heeft Babywerk je veel te bieden. Via onze website ondersteunen we je als professional, en door middel van voorlichting informeren wij anderen over je werk.

www.babywerk.nl

Depressie

De ’postnatale depressie’ begint steeds bekender te worden. Dit komt vooral omdat er steeds meer aandacht aan wordt besteed in tijdschriften, boeken en op de televisie. ’Postnatale depressie’ is eigenlijk geen goede naam, want ‘postnataal’ betekent ’na de geboorte’ en dat zou strikt gezien dus betekenen dat het kindje depressief is! Eigenlijk is het beter om het te hebben over de ’postpartum depressie’, want ’postpartum’ betekent namelijk ’na de bevalling’.
 

Vóórkomen

Ongeveer 10 tot 20% van de vrouwen heeft depressieve klachten tijdens de zwangerschap of in de eerste 3 maanden na de bevalling. De kans om voor het eerst of opnieuw depressief te worden is wel het grootst in het kraambed. Ook vrouwen die een miskraam of abortus hebben gehad kunnen daarna depressief worden.
Wat weinig mensen weten is dat er net zoveel vrouwen depressief zijn tijdens de zwangerschap als na de bevalling. Depressief zijn tijdens de zwangerschap vergroot de kans op het krijgen van een depressie na de bevalling. Het zou daarom beter zijn net zoveel aandacht te besteden aan depressieve klachten tijdens de zwangerschap als na de bevalling.

 

Verschijnselen
De klachten en verschijnselen van een depressie tijdens de zwangerschap en na de bevalling verschillen niet veel van een ’gewone’ depressie.

Een aantal kenmerken van een depressie tijdens de zwangerschap of in het kraambed zijn:

  • Duidelijk minder plezier in dingen die eerst wel leuk waren (bijvoorbeeld niet meer kunnen uitkijken naar het krijgen van een kind of niet kunnen genieten van de baby als die er is)
  • Zich voortdurend verdrietig of leeg voelen zonder daarin getroost te kunnen worden (geen band voelen met de baby hoort hier ook bij)
  • Piekeren en malen (ook over de gevoelens voor de baby)
  • Geen trek hebben in eten zonder misselijk te zijn
  • Slecht slapen (ook als de baby op dat moment zelf goed slaapt) of juist heel veel slapen
  • Een gevoel van rusteloosheid of vertraagdheid
  • Gevoelens van waardeloosheid en buitensporige schuldgevoelens zonder daarin gerust gesteld te kunnen worden (een veel voorkomend voorbeeld hierbij is het gevoel geen goede moeder te zijn terwijl anderen zeggen dat het wel zo is)
  • Een verminderde concentratie, waardoor het bijvoorbeeld niet lukt om een boek te lezen of een film te volgen
  • Angstig of gespannen zijn zonder duidelijke reden
  • Onredelijk reageren, prikkelbaar zijn (bijvoorbeeld er helemaal niet tegen kunnen als de baby huilt)
  • Terugkerende gedachten aan de dood of denken aan zelfmoord (ook het iets aan willen doen van de baby hoort hierbij)

 

Depressieve klachten worden tijdens de zwangerschap en na de bevalling vaak niet herkend. Dit geldt zowel voor de vrouwen zelf als voor de omgeving. Voor een groot deel komt dit doordat de klachten kunnen lijken op de verschijnselen van de zwangerschap en de drukke periode na de bevalling. Denk hierbij bijvoorbeeld aan moeheid, verminderde eetlust, slechter slapen en concentratieproblemen. Toch zijn er wel verschillen. Deze hebben vooral te maken met de negatieve inkleuring van de klachten. Vrouwen weten wel dat ze eigenlijk blij moeten zijn met hun kind, maar ze voelen het niet, het ’moedergevoel’ ontbreekt. Veel (aanstaande) depressieve moeders voelen zich ook schuldig tegenover hun kind of partner. Ze twijfelen of zij wel een goede moeder (zullen) zijn. Soms is er een verminderd of afwezig gevoel voor het kindje, of zijn er juist heel heftige gevoelens van afkeer of haat. Tijdens een depressie hebben vrouwen ook vaak het idee dat ze nooit meer beter zullen worden en dat het leven niet meer de moeite waard is. Sommige vrouwen voelen zich zo wanhopig, dat ze dreigen hun kind of zichzelf iets aan te zullen doen.
Een extra moeilijkheid die vrouwen met depressieve klachten vaak ervaren is dat de buitenwereld meestal erg positief reageert op de zwangerschap en het krijgen van een kind. Dit kan er toe leiden dat het voor de (aanstaande) moeder extra moeilijk is om te bespreken dat zij niet (alleen maar) blij is met haar zwangerschap of haar kindje. Als ook de omgeving niet helpt deze moeilijke gevoelens bespreekbaar te maken, kunnen zij zich steeds eenzamer gaan voelen. Eenzaamheid versterkt op zichzelf weer de depressieve klachten, waardoor vrouwen in een negatieve spiraal kunnen raken. Het is dan ook belangrijk om op tijd professionele hulp te vragen als een vrouw erg somber is en zich gaat terugtrekken.

 

Zie ook: EPDS zelftest.

 

Oorzaak

Bij het ontstaan van depressieve klachten tijdens en na de zwangerschap is er meestal sprake van een combinatie van lichamelijke, psychische en sociale factoren. Daarom is het bij depressieve klachten belangrijk om de mogelijke oorzaken goed in kaart te brengen.

Sommige vrouwen hebben een grotere kans om een depressie te krijgen. Een aantal bekende risicofactoren zijn:

  • Depressieve klachten in het verleden
  • Angstklachten (in het verleden)
  • Stressvolle gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld een echtscheiding of een sterfgeval in de familie
  • Complicaties (= medische problemen) tijdens de zwangerschap en/of bevalling
  • Gebrek aan steun uit de omgeving
  • Relatieproblemen
  • Lage sociaal economische status (= lagere opleiding, lager inkomen, lagere positie op de arbeidsmarkt, slechtere huisvesting)
  • Immigratie, vooral naarmate het minder lang geleden is
  • Het niet (kunnen) geven van borstvoeding
  • Tienerzwangerschap

 

Behandeling
De behandeling van een depressie tijdens de zwangerschap of na de bevalling verschilt niet veel van de behandeling van een ’gewone’ depressie.
De eerste stap is meestal uitleg over wat een depressie is, wat de mogelijke oorzaken zijn en wat de mogelijkheden voor behandeling zijn. Dit wordt ook wel psycho-educatie genoemd. Na de uitleg over wat een depressie is, zal met elke vrouw, en liefst ook met haar partner, afgewogen moeten worden wat de beste behandeling is.
Er zal altijd eerst worden gekeken of het mogelijk is om de zwangere of pas bevallen vrouw met een depressie zonder medicijnen te behandelen. Meestal wordt dan een vorm van psychotherapie geadviseerd. De werkzaamheid van cognitieve gedragstherapie (CGT) en interpersoonlijke psychotherapie (IPT) is het meest bewezen. Via andere websites is hierover meer informatie te krijgen. In sommige gevallen is het toch beter om (ook) met medicijnen te beginnen, zelfs als de vrouw zwanger is of borstvoeding wil geven (zie: wel of geen medicijnen?).

Alcohol en zwangerschap

Alcohol en zwangerschap: Welke vrouwen blijven drinken en wat is de rol van de verloskundige?

VOTS perinataal, voor wie is dat goed ?