PTSS is een psychiatrische aandoening die gekenmerkt wordt door herbelevingen, vermijding, negatieve gedachten en stemming, en verhoogde prikkelbaarheid. Bevallingsgerelateerde posttraumatische-stressstoornis (PTSS) komt na de bevalling voor bij ongeveer één tot drie procent van de vrouwen. Voor 10 tot 20 procent van alle vrouwen is de bevalling een traumatische gebeurtenis. In deze richtlijn wordt soms gesproken over ‘de bevalling als traumatische gebeurtenis’ en meestal over ‘een traumatische bevallingservaring’. Er wordt uitgelegd hoe de twee termen zijn gedefinieerd en waarom onderscheid wordt gemaakt.
Risicofactoren voor het ontwikkelen van PTSS na de bevalling zijn onder andere obstetrische complicaties/interventies (spoedsectio caesarea, kunstverlossing, fluxus postpartum,
zwangerschapscomplicaties zoals vroeggeboorte of pre-eclampsie), psychiatrische voorgeschiedenis (zoals blootstelling aan een eerder trauma/ PTSS, depressieve stoornis in de anamnese, angst voor de bevalling) en bevallingsgerelateerde factoren (bijvoorbeeld een gebrek aan ervaren steun, dissociatie).
< terug naar "Behandeling", "Beschermd: Test Torin"